vrijdag 26 maart 2010

Het doelloos ronddobberen van Kees Overloot


Hoe kun je nou lekker eten als je op een snelweg rijdt? Gisteren weer een afspraak met mensen uit het onderwijs. Ter voorbereiding op een strategiesessie over het opzetten van een Kenniscentrum. We hebben afgesproken in een goed restaurant. Ik ben weer eens te vroeg. Ik heb er een hekel aan om te laat te komen, al weet ik dat mijn tafelheren dat wel zullen zijn. Ik heb nog geen enkele keer meegemaakt dat een afspraak op tijd begon. Ze hebben het druk. Zelfs tijdens het eten zitten ze hun Blackberry te raadplegen. Heeft wel iets komisch. Een uitgebreide menukaart. Met hele kleine lettertjes die moeilijk te lezen zijn voor de 50 plussers die we zijn. Oesters en Boeuf Bourgignon. Van dat laatste heb ik vanmorgen nog steeds een paar draadjes tussen mijn kiezen. Krijg het niet weg, zelfs niet door te flossen. Irritant.

Het leven is vrij simpel. Je krijgt iets voorgeschoteld waar je op 2 manieren mee om kunt gaan. Ja of nee. Nou heb je mensen die overal ja op zeggen. In het positieve geval omarmen ze alles wat op hun pad komt. Willen wat ze krijgen en dat is behoorlijk uniek. Is misschien wel de definitie van geluk. Krijgen wat je wilt is succes en willen wat je krijgt is geluk. Om mij heen zie ik maar weinig mensen die echt gelukkig zijn. Gelukkig niet. Wat ik wel zie, zijn mensen die in een ‘ok, dan maar’ houding zitten. Misschien wel liever niet dan wel willen. Twijfelen tussen ja en nee. Of soms helemaal niet willen maar dat niet zeggen. Het resultaat is dat deze mensen waarschijnlijk veel misbruikt zullen worden en dan bedoel ik niet door katholieke priesters, al zou dat wel kunnen. Een ja wordt pas een echte Ja als er ook een nee, een echte Nee tegenover staat. Nou zijn er ook mensen die overal nee tegen zeggen. Beide poten op de grond en nog voordat je je vraag helemaal hebt kunnen stellen al in de weerstand schieten. Erg duidelijk en vaak aanwezig. Iedereen zal weten dat ze er zijn en iedereen zal ook opgelucht ademhalen als ze weg zijn. Al zullen de achterblijvers dat niet beamen, tenzij je het aan hen vraagt. Dan is er nog een vierde categorie. De mensen die echt kiezen. Hun kiezen gebruiken en hun tanden ergens inzetten. En dat kan soms ja, soms nee of soms misschien zijn. Ik geloof dat ik het draadje tussen mijn kiezen kwijt ben. Beetje peuren met mijn tong. Duurde wel een tijdje maar dan heb je ook wat.

Hoe komen we nu van een Onderwijscentrum tot een Kenniscentrum? Tot een plek waar je kennis kunt halen en nieuwe kennis kunt opdoen. Waar werkelijk geïnnoveerd, onderzocht, geleerd wordt. Piaget heeft een aardige definitie van leren: “Leren is het veranderen van interne structuren om je te kunnen aanpassen aan de veranderende omstandigheden.” Bij het woord aanpassen, trekt mijn maag altijd even samen. Doet mij denken aan dat lied van Bots. “En je weet, wat je hebt en je hebt wat je weet en alles dat staat vast. En je maakt je geen zorgen, je schijt op de rest. Want wij zijn aangepast.” Nou heb je aanpassen en je hebt aanpassen. De ene is het kleuren binnen de lijntjes. Kiezen voor de bekende weg. Je houden aan de afspraken. Aan de conventies. Rust, reinheid en regelmaat. Veilig en Vertrouwd. In mijn hoofd jengelt de melodie van die commercial. Veilig en Vertrouwd. Inventum. Conventie. Inventie. Uitvinden. Nieuwe wegen ontdekken. Meanderen. Meegaan met de beweging. Wat dient zich aan? Wat wil ontkiemen? Vaak een proces waarin je het even niet meer weet. Onduidelijkheid, onzekerheid, onveiligheid. In dat creatieve proces wordt de weg gaandeweg gevonden. Weg van de snelweg. Je moet er wel even de tijd voor nemen.