woensdag 25 augustus 2010

And the wind blows

De wind waait om het huis. In mij stormt het. Onrust. Ben nogal windgevoelig. Op dagen als deze vind ik het moeilijk om mijn aandacht er bij te houden, mij te focussen. Heb daar overigens altijd wel wat last van. Ben snel afgeleid. Zo ook nu weer. Zal ik stoppen met dit verhaal nog voordat ik ook maar heb ontdekt waar het over zal gaan? Voor nu besluit ik maar door te gaan maar weet niet of ik lang zal blijven vasthouden aan dit besluit. Zal ik niet liever een dvd opzetten of een boek lezen? Gaat waarschijnlijk hetzelfde voor gelden. Binnen de kortste keren wil ik weer iets anders doen. Ik heb het concentratievermogen van een neurotische bromvlieg. Concentratie. Mooi woord. Samen, vanuit de kern. Maar hoe ziet die kern van mij er uit? Wat zijn mijn kernactiviteiten? Wat is mijn core-business? Wie zit op mij te wachten? En waar zit ik op te wachten? Daar ligt geloof ik nu meer mijn onrust dan op de wind die de takken van de berk flink doet zwiepen. Blaadjes dwarrelen.

Wellicht een leukere vraag dan de vraag wie ik ben, is een antwoord te geven op de vraag wat ik ben. Zonder dat antwoord geen zwaartepunt in mijn zoeken. Een opsomming.

Ik ben: een facilitator van facades, een bouwer van paleizen van de wind, een blijmoedige recalcitrant,een realistische fantast, een ernstige humorist, een reparateur van versleten klokken,een rustige stresskip, een avontuurlijke huishen, een veelzijdige specialist, een tegendraadse ja knikker, een berekenende opportunist, een solistische teamplayer, een betrokken egoïst, een luie ADHDer, een godslasterende prediker, een gevangen cipier, een bekrompen visionair, een angstige durfal, een stomme praatjesmaker, een luisterende dove, een spelende werker, een lieve klootzak, een chaotische structopaat, een expressieve introvert, een flexibele chaoot, een ver van mijn bed verhalenverteller, een trouwe bedrieger, een eerlijke manipulator, een kinderlijke vader, een vaderlijk kind, een gesloten emo, een waarachtige acteur, een altruïstische vrek, een onzekere betweter, een stille praatjesmaker, een eeuwige puber, een bellenblazende waarheidszoeker, een verdwaalde padvinder, een discipel zonder meester, een meesterlijke gezel, een wraaklustige pacifist, een tolerante racist, een leidende volger, een bescheiden opschepper, een gezellige kluizenaar, een redelijke schoft, een beschamende flierefluiter, een Koninklijke nar, een vrouwelijke man, een honkvaste zigeuner, een meevoetballende lijnkeeper, een ijdele sloddervos, een slordige ijdeltuit, een aandachtige dagdromer, een knuffelende brombeer, een angstige durfal, een woordblinde auteur, een autistisch gezelschapsdier, een rigide toegever, een depressieve inspirator, een esthetische vuilbek, een jaloerse gunner, een geile monnik, een exclusieve koopjesjager, een sociale narcist, een empathische autist, een zelfverzekerde twijfelkont, een vreedzame krijger, een zwartgallige humorist, een getrouwde vrijbuiter, een blijmoedige chagrijn, een woordenloze dichter, een tandenloze pitbull, een standvadsige labiel, een leeghoofd met verstand, empathisch eigenzinnig, een onnavolgbare leider, een leidende volger, een vliegende schotelantenne, een ongeleid projectiel.

Ik ben waarschijnlijk nog veel meer maar deze opsomming putte mij al aardig uit. En ben ik nou iets opgeschoten met het zoeken naar de kern van wie ik ben? Dacht het niet. Misschien moet ik ook wel stoppen met deze vragen. “Mannen die hard werken praten niet zoveel”, zei mijn pake toen ik eens zes weken bij hem logeerde in Terhorne. Zes weken nagenoeg zonder woorden, in stilte bij elkaar. En da’s niet makkelijk voor een praatjesmaker.