Een dag met een gouden randje. Mijn agenda is gevuld met afspraken met bijzondere mensen. Mensen met kwaliteit. Die zich met ziel en zaligheid verbinden met waar ze mee bezig zijn. Hun werk beschouwen als een feestje.
De dag begint met Roger. Een aantal jaren was hij mijn baas. Mijn baas werd mijn vriend. Voor het eerst in mijn leven gebeurde dat. Ik had altijd nogal moeite met bazen maar met Roger was dat nooit het geval. Hij stond zich er ook niet op voor.
Ik heb veel ontdekt in de tijd dat ik met hem mocht werken. Over leren, over leven, over dood. Ik kan mij geen gesprek herinneren waarin ik niet geleerd heb.
Vandaag gaat het gesprek over de tijdgeest. Het hangt in de lucht en het is groen. Over duurzaamheid. Sustainability. Het nieuwe modewoord. Over Zembla waarin de koud ogende College voorzitter van een groot ROC zijn studenten een verklaring wil laten tekenen waarin ze aangeven niet meer de publiciteit te zoeken met hun klachten. En er zijn nogal wat klachten. Schrijnend was het slot van de documentaire waarin de bestuursvoorzitter werd bevraagd over deze verklaring. Uitzoemend kwam de persvoorlichtster in beeld die deze vraag niet relevant vond. Het gesprek was afgelopen. Terwijl het voor mij daar eigenlijk zou moeten beginnen. Wat is de relevantie van deze bestuursvoorzitter en wat is de relevantie van een ROC dat niet in staat is om gewoon lessen te verzorgen?
Roger en ik spreken over schaalgrootte, snelheid, en het belang van de menselijke maat. Trage vragen stellen. Over de moeilijkheid van grote organisaties om te kantelen naar een dialooggestuurde onderneming. Die daarin stagneren en proberen de boel overeind te houden door de nadruk te leggen op kleine kwaliteit. Als de roosters maar in orde zijn, de cijfers maar op tijd ingeleverd worden,dan is iedereen gelukkig. In mijn contacten op deze kolossen tref ik maar weinig mensen aan die echt gelukkig zijn. Veel mensen die in de overleef modus hun werk doen. Geen energie meer hebben om in hogere doelen te steken en zich terugtrekken op hun vierkante centimeter. Als overleving teveel energie van iemand kiest, dan wordt hij ziek. Ook als hij een zij is. Je zou dus kunnen zeggen dat mensen ziek worden als ze niet creëren.
Roger vindt mij een ambachtelijke creatieveling. Hij ziet mij ook wel een beetje als een moderne Don Quichotte die vecht tegen de buitenkanten van de grote instituten. Hij heeft met mij te doen. Er is een schreeuwende behoefte aan ambachtsmensen en creatievelingen, alleen lijkt de tijdgeest van nu vooral bezig te zijn met het managen van onzekerheid. Orde. Stabiliteit. Zou het zo kunnen zijn dat juist het streven naar stabiliteit de grootste veroorzaker is van de chaos die we nu zo veel in scholen en bedrijven aantreffen?
Met de stabiliteit van onze vriendschap is het wel in orde. Hoeven we niks voor te doen. Ook al zie ik hem pas over twee jaar weer, dan pakken we het gesprek gewoon daar op en bouwen liefdevol nieuwe luchtkastelen. We nemen afscheid. Hij zegt toe een oogje voor mij open te houden en ik houd een oogje op hem. Gelukkig.
Bouwputten. Ik loop langs het gebouw van Nationale Nederlanden. Omhoog rijzende zwarte doodskisten. Het hoogste gebouw van Nederland. Vroeger was de kerk dat. Tegenwoordig zijn dat banken en verzekeringsmaatschappijen.
We hebben om half twee een afspraak bij Codarts, een kleinschalige hogeschool voor de kunsten. Een vrijblijvende ontmoeting zonder agenda. Via via is de afspraak tot stand gekomen. Een wederzijdse vriend vond dat we wel iets voor elkaar zouden kunnen betekenen. Bij de ingang zijn jonge mensen in verschillende talen met elkaar in gesprek. We gaan het moderne gebouw in. Een klein halletje met twee vissenkommen. Een voor de receptie en een voor de beveiliging. Deze was nodig toen de Paulus kerk er nog was, een paar jaar geleden. Zwervers en junks die ongenood binnenkwamen. Toen. Tourniquetjes. We worden vriendelijk te woord gestaan door de man achter de receptie. Ik vind het altijd prettig als je je welkom weet.
Hoge roltrappen voeren ons naar de vijfde verdieping. Op de tussenverdiepingen zien we kleine ruimtes waar studenten in hun eentje muziek aan het maken zijn. Een muzikale bijenkorf. Op de vijfde verdieping worden we opgewacht door Jos, hoofd klassieke muziek. De andere man met wie we een afspraak hebben is Frank. Lector Sustainable Performance. Ik ken hem nog van een jaar of twaalf geleden toen hij een traject deed op de school waar ik toen lesgaf. Tussen de verhuisdozen in een tot school verbouwd kantoor. Ondanks zijn inspanningen is het nooit wat met die school geworden.
Het is een mooi gesprek. Al snel blijkt dat we op 1 lijn zitten. Uit dezelfde bron tappen. Wat een verademing om op een school te komen waar met ziel en zaligheid werk gemaakt wordt van leren. Waar mensen trots zijn op wat ze doen. Jongeren en docenten vanuit de hele wereld weten deze school te vinden. Ze komen hier naar toe omdat hier kwaliteit zit. Met een grote K. Dynamisch. Een plek waar niet tegengehangen, maar meegegeven wordt. Zo’n inspirerende omgeving gun je toch iedereen? Ik gun het mijzelf in ieder geval wel.
Thuis loop ik met mijn vrouw nog een rondje door Schoonhoven. In het parkje worden we ingehaald door een groep kinderen. Hard hollend achter een grijze meester aan. Even later treffen we hem uitgeput op het bruggetje aan het eind van het park. De kinderen die hem inhaalden, moedigt hij hijgend aan. We genieten van deze man. Nog een echte onderwijzer, een ambachtsman. “Kinderen moeten bewegen. Hebben ruimte nodig. Moeten kunnen spelen. En muziek maken. Daarom heb ik ook een piano in de klas.” Hij neemt afscheid van ons. Hollend achter zijn kinderen aan.
De dag begint met Roger. Een aantal jaren was hij mijn baas. Mijn baas werd mijn vriend. Voor het eerst in mijn leven gebeurde dat. Ik had altijd nogal moeite met bazen maar met Roger was dat nooit het geval. Hij stond zich er ook niet op voor.
Ik heb veel ontdekt in de tijd dat ik met hem mocht werken. Over leren, over leven, over dood. Ik kan mij geen gesprek herinneren waarin ik niet geleerd heb.
Vandaag gaat het gesprek over de tijdgeest. Het hangt in de lucht en het is groen. Over duurzaamheid. Sustainability. Het nieuwe modewoord. Over Zembla waarin de koud ogende College voorzitter van een groot ROC zijn studenten een verklaring wil laten tekenen waarin ze aangeven niet meer de publiciteit te zoeken met hun klachten. En er zijn nogal wat klachten. Schrijnend was het slot van de documentaire waarin de bestuursvoorzitter werd bevraagd over deze verklaring. Uitzoemend kwam de persvoorlichtster in beeld die deze vraag niet relevant vond. Het gesprek was afgelopen. Terwijl het voor mij daar eigenlijk zou moeten beginnen. Wat is de relevantie van deze bestuursvoorzitter en wat is de relevantie van een ROC dat niet in staat is om gewoon lessen te verzorgen?
Roger en ik spreken over schaalgrootte, snelheid, en het belang van de menselijke maat. Trage vragen stellen. Over de moeilijkheid van grote organisaties om te kantelen naar een dialooggestuurde onderneming. Die daarin stagneren en proberen de boel overeind te houden door de nadruk te leggen op kleine kwaliteit. Als de roosters maar in orde zijn, de cijfers maar op tijd ingeleverd worden,dan is iedereen gelukkig. In mijn contacten op deze kolossen tref ik maar weinig mensen aan die echt gelukkig zijn. Veel mensen die in de overleef modus hun werk doen. Geen energie meer hebben om in hogere doelen te steken en zich terugtrekken op hun vierkante centimeter. Als overleving teveel energie van iemand kiest, dan wordt hij ziek. Ook als hij een zij is. Je zou dus kunnen zeggen dat mensen ziek worden als ze niet creëren.
Roger vindt mij een ambachtelijke creatieveling. Hij ziet mij ook wel een beetje als een moderne Don Quichotte die vecht tegen de buitenkanten van de grote instituten. Hij heeft met mij te doen. Er is een schreeuwende behoefte aan ambachtsmensen en creatievelingen, alleen lijkt de tijdgeest van nu vooral bezig te zijn met het managen van onzekerheid. Orde. Stabiliteit. Zou het zo kunnen zijn dat juist het streven naar stabiliteit de grootste veroorzaker is van de chaos die we nu zo veel in scholen en bedrijven aantreffen?
Met de stabiliteit van onze vriendschap is het wel in orde. Hoeven we niks voor te doen. Ook al zie ik hem pas over twee jaar weer, dan pakken we het gesprek gewoon daar op en bouwen liefdevol nieuwe luchtkastelen. We nemen afscheid. Hij zegt toe een oogje voor mij open te houden en ik houd een oogje op hem. Gelukkig.
Bouwputten. Ik loop langs het gebouw van Nationale Nederlanden. Omhoog rijzende zwarte doodskisten. Het hoogste gebouw van Nederland. Vroeger was de kerk dat. Tegenwoordig zijn dat banken en verzekeringsmaatschappijen.
We hebben om half twee een afspraak bij Codarts, een kleinschalige hogeschool voor de kunsten. Een vrijblijvende ontmoeting zonder agenda. Via via is de afspraak tot stand gekomen. Een wederzijdse vriend vond dat we wel iets voor elkaar zouden kunnen betekenen. Bij de ingang zijn jonge mensen in verschillende talen met elkaar in gesprek. We gaan het moderne gebouw in. Een klein halletje met twee vissenkommen. Een voor de receptie en een voor de beveiliging. Deze was nodig toen de Paulus kerk er nog was, een paar jaar geleden. Zwervers en junks die ongenood binnenkwamen. Toen. Tourniquetjes. We worden vriendelijk te woord gestaan door de man achter de receptie. Ik vind het altijd prettig als je je welkom weet.
Hoge roltrappen voeren ons naar de vijfde verdieping. Op de tussenverdiepingen zien we kleine ruimtes waar studenten in hun eentje muziek aan het maken zijn. Een muzikale bijenkorf. Op de vijfde verdieping worden we opgewacht door Jos, hoofd klassieke muziek. De andere man met wie we een afspraak hebben is Frank. Lector Sustainable Performance. Ik ken hem nog van een jaar of twaalf geleden toen hij een traject deed op de school waar ik toen lesgaf. Tussen de verhuisdozen in een tot school verbouwd kantoor. Ondanks zijn inspanningen is het nooit wat met die school geworden.
Het is een mooi gesprek. Al snel blijkt dat we op 1 lijn zitten. Uit dezelfde bron tappen. Wat een verademing om op een school te komen waar met ziel en zaligheid werk gemaakt wordt van leren. Waar mensen trots zijn op wat ze doen. Jongeren en docenten vanuit de hele wereld weten deze school te vinden. Ze komen hier naar toe omdat hier kwaliteit zit. Met een grote K. Dynamisch. Een plek waar niet tegengehangen, maar meegegeven wordt. Zo’n inspirerende omgeving gun je toch iedereen? Ik gun het mijzelf in ieder geval wel.
Thuis loop ik met mijn vrouw nog een rondje door Schoonhoven. In het parkje worden we ingehaald door een groep kinderen. Hard hollend achter een grijze meester aan. Even later treffen we hem uitgeput op het bruggetje aan het eind van het park. De kinderen die hem inhaalden, moedigt hij hijgend aan. We genieten van deze man. Nog een echte onderwijzer, een ambachtsman. “Kinderen moeten bewegen. Hebben ruimte nodig. Moeten kunnen spelen. En muziek maken. Daarom heb ik ook een piano in de klas.” Hij neemt afscheid van ons. Hollend achter zijn kinderen aan.