Deze week droomde ik over een ontmoeting met Marc Obbens. Hij heeft een uitvaartbedrijf. Opale. Ik was in mijn droom met hem op bezoek bij iemand die stervende was. Ik praatte met de man die op bed lag en met zijn familie. Ik tekende zijn levensportret op. Het volgende moment zag ik mijzelf omringd door mensen in de aula van een crematorium en vertelde het verhaal.
Marc reageerde bijzonder enthousiast toen ik hem belde en vertelde van mijn droom. De laatste keer dat ik hem zag was een jaar of vijf geleden. Onze kinderen zaten toentertijd op de Vrije School. Nooit zoveel met hem gesproken. Een enkele keer. Ik kan mij maar weinig gesprekken herinneren. Wel dat hij toen bezig was met een carrière switch. Wat ik mij nog meer herinner is de sfeer die hij meebracht. Aandachtige rust en humor. Een leuke combinatie.
We gingen zitten aan een lange en volle keukentafel. Ik moet denken aan Wangari Mathai, oprichtster van de Green Belt Movement die in Afrika meer dan 40 miljoen bomen heeft geplant. Ruim 200 communities over heel Afrika zijn hier mee bezig. Mede daarvoor ontving ze in 2004 de Nobelprijs voor de Vrede. Met deze woorden.
“It all started when my friends and I started talking at the kitchen table. The planting of trees is the planting of ideas. By starting with the simple act of planting a tree, we give hope to ourselves and to future generations.”
Marc en ik zetten een boom op. Over ons geloof in een stille revolutie. Over ons ongeloof om echt te veranderen door schreeuwende neon reclames langs de snelweg. Geen spandoeken maar er zijn voor een ander. Over het belang van kleine ontmoetingen. In volle aandacht. In zijn werk komt Marc dat dagelijks tegen. Sleutelgat ervaringen, noemt hij die ontmoetingen waarin hij de verbondenheid tussen mensen in hun meest elementaire vorm ervaart. Een oerkracht die soms los komt. Een oerkracht die wil organiseren, wil inspireren. Voor dat wonder zijn anderen nodig. Dat kun je niet alleen. De mooiste momenten zijn die momenten waarin hij zich een spreekbuis voelt. Rillingen over zijn lijf als hij het gevoel heeft uit te spreken wat er tussen hem en de ander leeft. “Als dat gebeurt, dan ga ik gevleugeld weer naar huis.”
Marc is onder de indruk van de puurheid van mensen als er iemand komt te overlijden. Open. Geen franje. Geen maskers. Soms wel de pijn om elkaar niet bereiken. Elkaar even niet kunnen zien. Hij ziet het als een belangrijke taak om in dat proces er te zijn voor de mensen. “ Je moet in zo’n situatie wel een frictie willen veroorzaken maar wel in aansluiting met de ander.” Even mensen op het verkeerde been zetten. Zo komt hij niet met standaard teksten of brochures maar maakt gebruik van de wijsheid die er bestaat tussen mensen. Mensen maken zelf de beste teksten. Die echt passen. Tussen mensen leeft de wijsheid. Niet in het individu. Waar twee of drie mensen samen zijn in mijn naam, ben ik in hun midden. Ik ben even vergeten wie het nou was. Jezus of de Boeddha. Aan deze tafel is het Marc die deze woorden spreekt. Een gemeenschapszoeker die het belangrijk vindt dat iedereen gezien wordt in dat proces van ontmoeten en afscheid nemen. Nu is dat vaak moeilijk. We hebben de dood weg georganiseerd. Naar de randen van de stad. Marc pleit voor het terugbrengen van het leven en de dood naar de kern. Als we de dood ontkennen, er doodsbang voor zijn, kunnen we ook niet ten volle leven. Misschien zijn we er zelfs wel de gevangene van. In verzekerde bewaring gesteld. We willen zo graag vertrouwen op vertrouwen. Verzekerd zijn. Maar dat kan niet meer.
Het ideaal van Marc is het creëren van een soort cultureel centrum waar mensen in en uit lopen, activiteiten met elkaar doen. Ambachtelijk werk. Kunst. Een centrum waarin mensen samen op zoek gaan. Samen bouwen aan betekenis. Aan vertrouwen. Een levendig centrum waar ook gestorven mag worden. Wat we nodig hebben is het ontwikkelen van ons vermogen om te bouwen aan vertrouwen. Stilletjes. Met anderen. Onderzoeken en doen. En daarna pas thuis beseffen wat de betekenis was. Ik neem afscheid van Marc. Het zal niet de laatste keer zijn.
Marc reageerde bijzonder enthousiast toen ik hem belde en vertelde van mijn droom. De laatste keer dat ik hem zag was een jaar of vijf geleden. Onze kinderen zaten toentertijd op de Vrije School. Nooit zoveel met hem gesproken. Een enkele keer. Ik kan mij maar weinig gesprekken herinneren. Wel dat hij toen bezig was met een carrière switch. Wat ik mij nog meer herinner is de sfeer die hij meebracht. Aandachtige rust en humor. Een leuke combinatie.
We gingen zitten aan een lange en volle keukentafel. Ik moet denken aan Wangari Mathai, oprichtster van de Green Belt Movement die in Afrika meer dan 40 miljoen bomen heeft geplant. Ruim 200 communities over heel Afrika zijn hier mee bezig. Mede daarvoor ontving ze in 2004 de Nobelprijs voor de Vrede. Met deze woorden.
“It all started when my friends and I started talking at the kitchen table. The planting of trees is the planting of ideas. By starting with the simple act of planting a tree, we give hope to ourselves and to future generations.”
Marc en ik zetten een boom op. Over ons geloof in een stille revolutie. Over ons ongeloof om echt te veranderen door schreeuwende neon reclames langs de snelweg. Geen spandoeken maar er zijn voor een ander. Over het belang van kleine ontmoetingen. In volle aandacht. In zijn werk komt Marc dat dagelijks tegen. Sleutelgat ervaringen, noemt hij die ontmoetingen waarin hij de verbondenheid tussen mensen in hun meest elementaire vorm ervaart. Een oerkracht die soms los komt. Een oerkracht die wil organiseren, wil inspireren. Voor dat wonder zijn anderen nodig. Dat kun je niet alleen. De mooiste momenten zijn die momenten waarin hij zich een spreekbuis voelt. Rillingen over zijn lijf als hij het gevoel heeft uit te spreken wat er tussen hem en de ander leeft. “Als dat gebeurt, dan ga ik gevleugeld weer naar huis.”
Marc is onder de indruk van de puurheid van mensen als er iemand komt te overlijden. Open. Geen franje. Geen maskers. Soms wel de pijn om elkaar niet bereiken. Elkaar even niet kunnen zien. Hij ziet het als een belangrijke taak om in dat proces er te zijn voor de mensen. “ Je moet in zo’n situatie wel een frictie willen veroorzaken maar wel in aansluiting met de ander.” Even mensen op het verkeerde been zetten. Zo komt hij niet met standaard teksten of brochures maar maakt gebruik van de wijsheid die er bestaat tussen mensen. Mensen maken zelf de beste teksten. Die echt passen. Tussen mensen leeft de wijsheid. Niet in het individu. Waar twee of drie mensen samen zijn in mijn naam, ben ik in hun midden. Ik ben even vergeten wie het nou was. Jezus of de Boeddha. Aan deze tafel is het Marc die deze woorden spreekt. Een gemeenschapszoeker die het belangrijk vindt dat iedereen gezien wordt in dat proces van ontmoeten en afscheid nemen. Nu is dat vaak moeilijk. We hebben de dood weg georganiseerd. Naar de randen van de stad. Marc pleit voor het terugbrengen van het leven en de dood naar de kern. Als we de dood ontkennen, er doodsbang voor zijn, kunnen we ook niet ten volle leven. Misschien zijn we er zelfs wel de gevangene van. In verzekerde bewaring gesteld. We willen zo graag vertrouwen op vertrouwen. Verzekerd zijn. Maar dat kan niet meer.
Het ideaal van Marc is het creëren van een soort cultureel centrum waar mensen in en uit lopen, activiteiten met elkaar doen. Ambachtelijk werk. Kunst. Een centrum waarin mensen samen op zoek gaan. Samen bouwen aan betekenis. Aan vertrouwen. Een levendig centrum waar ook gestorven mag worden. Wat we nodig hebben is het ontwikkelen van ons vermogen om te bouwen aan vertrouwen. Stilletjes. Met anderen. Onderzoeken en doen. En daarna pas thuis beseffen wat de betekenis was. Ik neem afscheid van Marc. Het zal niet de laatste keer zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten