Mijn lichaam wordt weer om kwart voor 5 wakker en ik wil blijven liggen. Ik heb totaal geen zin om te schrijven vanmorgen. Weerzin zelfs. Waarover zou ik kunnen schrijven? Boos dat het al weer ochtend is. Het heeft toch allemaal geen nut, dat geschrijf. Vond zelfs Plato. Hij zei zelfs dat schrijven verwaarlozing te weeg brengt, atropie van de kunst van het geheugen. Het geheugen was voor hem de Moeder van de Muzen. Wat koop je er nou voor om je dat te herinneren op een dag als vandaag? Ik wil gewoon even niks. Geen gezeik aan mijn kop. Met rust gelaten worden. Wat is er aan de hand?
Voor het slapen de laatste bladzijden van een Driedaagse Reis gelezen. Een gruwelijk mooi boek over vriendschap, leven en dood. Ik houd helemaal niet van boeken waarin veel geweld voorkomt maar dit is een boek dat je niet mag missen. Een prachtig geschreven verhaal over twee Indiaanse Canadezen in de Eerste Wereldoorlog. Als je werkelijk zinloos geweld wilt meemaken dan had je in die tijd soldaat moeten zijn. Hele dagen in de loopgraven wachten terwijl de kogels om je oren vliegen en granaten rondom inslaan. Uiteengerijten lijven. En af en toe een officier die het vanuit zijn veilige bunker nodig vond om een offensief te plaatsen. Met zijn allen uit de loopgraven kruipen, schreeuwend door zompige aarde op de vijand af die vanuit mitrailleursnesten iedereen neer maait. Dag in dag uit. Volkomen zinloos.
Ik heb gemerkt dat ik de liedjes die ik zing, de verhalen die in mij opkomen serieus moet nemen. Ze willen mij iets duidelijk maken. Als ik ‘Yes, I’m the great pretender’zing, dan doe ik iets wat ik niet graag wil. Houd de schone schijn op. Ben ik ergens waar ik liever niet wil zijn. Maar wat nu als een verhaal over een zinloze oorlog in mij opkomt?
Misschien heeft het te maken met de afspraak van vandaag. Met een jonge manager die leiding moet geven aan een vergrijsd team. Dat niet mee wil werken. Dat geen zin heeft om de loopgraven uit te komen. Niet vooruit maar ook niet achteruit. Op de plaats rust. Rust. Een week of twee geleden hebben we een training aan hen gegeven. Zelf waren we uitermate tevreden na afloop. Het was heftig, kregen veel shit over ons heen maar we bleven overeind. Kregen zelfs contact en konden doen waarvoor we kwamen. Het duurde wel even voordat we dat voor elkaar kregen. Maar we bleven in verbinding met onszelf, het team en de taak waarvoor we kwamen. Als je die verbinding kwijt bent, op een van die drie niveaus, dan kun je het wel schudden. Dan ga je nat. Ben ik vaak gegaan. Kopje onder, dreigen te verzuipen en worstelend weer boven komen. Met alle macht proberen weer de orde te herstellen. In organisaties zie je dat soms ook. Macht, vertaald in geneuzel over protocollen, procedures. Om de wanorde te lijf te gaan en even lijkt dat dan te lukken. Als de verbinding echter niet hersteld wordt, de boel dreigt te desintegreren, dan is het nodig om nog meer macht in te zetten, nog meer te interveniĆ«ren. Strijd. Gevolgd door tegenstrijd of juist onverschilligheid. ‘Het zal mij allemaal aan mijn reet roesten. Ze doen maar.’ Misschien is dat nog wel dodelijker dan strijdscenario’s. maar of het nu strijd is of onverschilligheid, het contact wordt verbroken.
Vanmorgen hebben we een gesprek met de manager over voortzetting of het stopzetten van onze opdracht. De manager neigt er naar om te stoppen. Is boos op ons omdat we onze oren laten hangen naar het onwelwillende team. Door begrip op te brengen voor hun standpunten maken we de kloof tussen het managementteam en de werkvloer alleen maar groter. En daarvoor zijn we niet ingehuurd. Een verwend kind dat zijn zin niet krijgt. Ik merk dat ik boos word. Wil eigenlijk het liefst de opdracht ook teruggeven. Volkomen zinloos. En ik heb geen zin in zinloos geweld. Ook ik dreig het contact te verbreken. Wat is goed in deze situatie? Erbij blijven of eruit stappen? Eruit blijven en erin stappen? Hoe groot is mijn vertrouwen dat het wel goed kan komen met deze club? Het heeft geen zin om mij daar nu druk of boos over te maken. Lekker bij mijzelf blijven. Nog een uurtje pitten. Rust.
Voor het slapen de laatste bladzijden van een Driedaagse Reis gelezen. Een gruwelijk mooi boek over vriendschap, leven en dood. Ik houd helemaal niet van boeken waarin veel geweld voorkomt maar dit is een boek dat je niet mag missen. Een prachtig geschreven verhaal over twee Indiaanse Canadezen in de Eerste Wereldoorlog. Als je werkelijk zinloos geweld wilt meemaken dan had je in die tijd soldaat moeten zijn. Hele dagen in de loopgraven wachten terwijl de kogels om je oren vliegen en granaten rondom inslaan. Uiteengerijten lijven. En af en toe een officier die het vanuit zijn veilige bunker nodig vond om een offensief te plaatsen. Met zijn allen uit de loopgraven kruipen, schreeuwend door zompige aarde op de vijand af die vanuit mitrailleursnesten iedereen neer maait. Dag in dag uit. Volkomen zinloos.
Ik heb gemerkt dat ik de liedjes die ik zing, de verhalen die in mij opkomen serieus moet nemen. Ze willen mij iets duidelijk maken. Als ik ‘Yes, I’m the great pretender’zing, dan doe ik iets wat ik niet graag wil. Houd de schone schijn op. Ben ik ergens waar ik liever niet wil zijn. Maar wat nu als een verhaal over een zinloze oorlog in mij opkomt?
Misschien heeft het te maken met de afspraak van vandaag. Met een jonge manager die leiding moet geven aan een vergrijsd team. Dat niet mee wil werken. Dat geen zin heeft om de loopgraven uit te komen. Niet vooruit maar ook niet achteruit. Op de plaats rust. Rust. Een week of twee geleden hebben we een training aan hen gegeven. Zelf waren we uitermate tevreden na afloop. Het was heftig, kregen veel shit over ons heen maar we bleven overeind. Kregen zelfs contact en konden doen waarvoor we kwamen. Het duurde wel even voordat we dat voor elkaar kregen. Maar we bleven in verbinding met onszelf, het team en de taak waarvoor we kwamen. Als je die verbinding kwijt bent, op een van die drie niveaus, dan kun je het wel schudden. Dan ga je nat. Ben ik vaak gegaan. Kopje onder, dreigen te verzuipen en worstelend weer boven komen. Met alle macht proberen weer de orde te herstellen. In organisaties zie je dat soms ook. Macht, vertaald in geneuzel over protocollen, procedures. Om de wanorde te lijf te gaan en even lijkt dat dan te lukken. Als de verbinding echter niet hersteld wordt, de boel dreigt te desintegreren, dan is het nodig om nog meer macht in te zetten, nog meer te interveniĆ«ren. Strijd. Gevolgd door tegenstrijd of juist onverschilligheid. ‘Het zal mij allemaal aan mijn reet roesten. Ze doen maar.’ Misschien is dat nog wel dodelijker dan strijdscenario’s. maar of het nu strijd is of onverschilligheid, het contact wordt verbroken.
Vanmorgen hebben we een gesprek met de manager over voortzetting of het stopzetten van onze opdracht. De manager neigt er naar om te stoppen. Is boos op ons omdat we onze oren laten hangen naar het onwelwillende team. Door begrip op te brengen voor hun standpunten maken we de kloof tussen het managementteam en de werkvloer alleen maar groter. En daarvoor zijn we niet ingehuurd. Een verwend kind dat zijn zin niet krijgt. Ik merk dat ik boos word. Wil eigenlijk het liefst de opdracht ook teruggeven. Volkomen zinloos. En ik heb geen zin in zinloos geweld. Ook ik dreig het contact te verbreken. Wat is goed in deze situatie? Erbij blijven of eruit stappen? Eruit blijven en erin stappen? Hoe groot is mijn vertrouwen dat het wel goed kan komen met deze club? Het heeft geen zin om mij daar nu druk of boos over te maken. Lekker bij mijzelf blijven. Nog een uurtje pitten. Rust.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten